Altijd weer die mannen
Ik zal ze missen
de bedachtzame mannen van weleer
De mijnwerker en melkman
maar ook de echte heer
Die met gekreun en een zucht
in hun stoel neerploffen
Bewapend met pijp krant
en nepleren sloffen
Doch tijd schrijdt voort
ook voor hen
Die als dank worden vereeuwigd
door penseel en pen